Waarom wil Europa jouw keuringsgegevens?

Van voertuigen die sinds 2021 op de markt zijn worden tijdens de keuring gegevens uitgelezen over hun brandstof- of elektriciteitsverbruik. Dit gebeurt via een eenvoudige uitlezing van de OBD boordcomputer, mits toestemming van de eigenaar. De reden? Europa wil een beter zicht krijgen op het werkelijke verbruik van wagens in het dagelijkse verkeer. In deze blogpost zoomen we verder in op de achterliggende doelstellingen van die maatregel en wat Europa precies met die informatie wil bereiken.
Europese regelgeving met ambitie
De Europese Unie heeft de ambitie om haar klimaatdoelstellingen te halen en de CO₂-uitstoot van het verkeer drastisch te verminderen. Om dat op een onderbouwde manier te doen, is betrouwbare en objectieve informatie nodig. Daarom werd Verordening 2021/392/EU in het leven geroepen. Deze verplicht lidstaten om data te verzamelen over het reële verbruik van voertuigen.
Tot nu toe vertrouwden overheden vooral op testcijfers uit laboratoria, zoals die van de WLTP-test (Worldwide Harmonised Light Vehicle Test Procedure). Die methode is al een stuk realistischer dan de vroegere NEDC-test (New European Driving Cycle), maar ze blijft beperkt omdat ze wordt uitgevoerd onder gestandaardiseerde omstandigheden. De resultaten van deze tests wijken vaak af van het daadwerkelijke verbruik op de weg.
Om dit verschil duidelijk te maken, zie je hieronder een vergelijking:
| Kenmerk | NEDC (verouderd) | WLTP (actueel) | Werkelijk verbruik (via OBFCM) |
|---|---|---|---|
| Testomgeving | Kunstmatig en verouderd | Meer realistische testcycli | Reële rijomstandigheden |
| Duur van de test | Kort (20 minuten) | Langer (30 minuten) | Geen test – data uit dagelijks gebruik |
| Rijgedrag | Erg gelijkmatig, lage snelheid | Wisselend rijgedrag, hogere snelheid | Afhankelijk van de bestuurder |
| Temperatuur | Constant en kunstmatig | Realistischer | Wisselend (zoals in het echte verkeer) |
| Resultaten | Vaak te optimistisch | Beter, maar nog niet perfect | Getrouw aan echte omstandigheden |
Door deze verschillen is het duidelijk waarom Europa nu inzet op data die verzameld wordt tijdens het daadwerkelijke gebruik van voertuigen. Die gegevens geven een betrouwbaarder beeld van wat een wagen echt verbruikt en uitstoot in het dagelijkse verkeer. De resultaten wijken vaak af van het daadwerkelijke verbruik op de weg.
Door via de keuring echte gebruiksdata te verzamelen – dus gegevens uit voertuigen die al een tijd rondrijden op Europese wegen – ontstaat er een realistischer beeld van hoe zuinig (of niet) moderne wagens in de praktijk zijn.
De kloof tussen papier en praktijk
Iedereen die ooit een nieuwe auto kocht, kent het fenomeen: de fabrikant belooft een gemiddeld verbruik van bijvoorbeeld 5 liter per 100 kilometer, maar in werkelijkheid is dat vaak 6,5 of zelfs meer. Verschillende factoren – rijstijl, verkeer, weersomstandigheden – zorgen voor afwijkingen. Toch wordt het officiële verbruik nog steeds gebruikt voor zaken zoals belastingen of milieuclassificaties.
Met de nieuwe regeling wil Europa zicht krijgen op het effectieve verbruik in het dagelijks verkeer. Zo kunnen beleidsmaatregelen bijgestuurd worden op basis van feiten, niet op basis van inschattingen of marketingcijfers.
Wat doet Europa met die data?
De verzamelde gegevens worden door nationale overheden en instellingen zoals het Europees Milieuagentschap (EEA) gebruikt om trends en afwijkingen op te sporen. De data maken het mogelijk om vast te stellen of bepaalde voertuigmodellen structureel meer verbruiken dan beloofd werd tijdens de typegoedkeuring. Op basis daarvan kunnen beleidsmakers ingrijpen, bijvoorbeeld door regels aan te scherpen, fabrikanten te waarschuwen of aan te moedigen om hun modellen te optimaliseren.
De data kunnen ook worden gebruikt om de effectiviteit van milieumaatregelen in kaart te brengen. Denk aan invoering van lage-emissiezones, belastingvoordelen voor zuinige wagens, of het afbouwen van fossiele subsidies.
Als blijkt dat bepaalde maatregelen weinig effect hebben op het daadwerkelijke verbruik, kunnen ze herzien worden. Zo blijft het klimaatbeleid gebaseerd op feiten, niet op aannames.
Verder hebben de gegevens ook een belangrijke rol op vlak van consumentenbescherming. Door de verschillen tussen merken en modellen transparanter te maken, wordt het voor jou als consument eenvoudiger om een bewuste en eerlijke keuze te maken bij het kopen van een wagen.
De gegevens worden op grote schaal verzameld en geanalyseerd. Ze dienen niet om individuele bestuurders te controleren, maar om:
- Het effect van milieumaatregelen te evalueren;
- Merken en modellen objectief te vergelijken;
- Beleidsmaatregelen aan te passen (zoals subsidies, accijnzen, emissienormen);
- Transparanter te communiceren naar consumenten toe.
Kortom: deze maatregel kadert in het bredere Europese klimaatbeleid, waarin mobiliteit een centrale rol speelt.



